Op de vorige pagina hebben jullie kort al enkele verschillen tussen vrouwen- en mannentaal gezien.
Er bestaan niet alleen conversatieverschillen, vrouwen en mannen denken ook anders.
Ter illustratie:
Een man
zegt:
|
Hij
bedoelt:
|
Ja.
Nee.
Ik heb
honger.
Ik ben
moe.
Ik ga
slapen.
Zin om
naar de film te gaan?
Zin om
uit eten te gaan?
Mag ik
je eens bellen?
Is er
iets?
Ik bel
even om te vragen wat we eten.
|
Ja.
Nee.
Ik heb
honger.
Ik ben
moe.
Ik ga
slapen.
Ik zie
het wel zitten om seks met je te hebben.
Ik zie
het wel zitten om seks met je te hebben.
Ik zie
het wel zitten om seks met je te hebben.
Welk onbenulligheidje
zit je nu weer dwars?
Ik wil
weten of ik vanavond overwerk.
|
Een vrouw
zegt:
|
Zij
bedoelt:
|
Ja.
Nee.
Ik heb
hoofdpijn.
Morgen
loopt de wekker weer vroeg af.
Je ziet
er moe uit.
Wat ben
je laat vandaag?
We
moeten eens praten.
Natuurlijk…
Doe maar.
Heb ik
een dikke kont?
|
Nee of
Misschien.
Ja.
Ik heb
geen zin in seks.
We gaan
meteen slapen.
Misschien
haal ik hem zo over meteen te gaan slapen.
Ik laat
jou vanavond wel wachten!
Jij zit
in de problemen, makker.
Hier
krijg je problemen mee.
Zeg me
dat ik er goed uitzie.
|
Onderstaande oefening gaat over een aantal mythes over mannen en vrouwen. Jullie geven aan of deze juist zijn of niet en krijgen er dan ook wat meer info over. Druk op het einde van de oefening ook even op de knop 'Verbeteren'. Je krijgt dan nog wat aanvullende informatie over de stelling.
Mannentaal/Vrouwentaal
